LBC-NVK protesteert tegen proeftuinen dienstencheques kinderopvang

Dienstencheques en zorg gaan niet samen. Een standpunt dat de LBC-NVK al langer verkondigt. De Vlaamse regering effende het pad voor experimenten met dienstencheques in de kinderopvang. Volgens de LBC-NVK zijn er gegronde redenen om die experimenten tegen te houden. Een procedure in kort geding bleek onvermijdelijk.

Even een duik in het verleden. In 2004 maakte de toenmalige Vlaamse minister van Welzijn met een decreet het gebruik van dienstencheques in de kinderopvang mogelijk. De LBC-NVK aanvaardde de maatregel alleen omdat er strikte kwaliteitsvoorwaarden aan zouden worden gekoppeld.

De kwaliteitsvoorwaarden werden opgenomen in een uitvoeringsbesluit van 16 mei 2007. Het aantal dienstencheques zou worden beperkt. Alleen erkende voorzieningen konden kinderopvang aanbieden. Die voorzieningen gaven een garantie voor de kwaliteit van de verstrekte kinderopvang en voor de loon- en arbeidsvoorwaarden.

Geen succes

Wat bleek nu in 2008? Anders dan de Vlaamse overheid verwachtte, werden de dienstencheques in de kinderopvang geen groot succes. Desondanks wilde de Vlaamse regering met alle mogelijke middelen toch een succesverhaal maken van de cheques in de kinderopvang.

Op 18 december 2008 nam de regering een besluit dat een kruis zette over de voorwaarden uit het uitvoeringsbesluit van mei 2007. Er kwamen ‘proeftuinen’ in Mechelen, Tiene, Ronse en Kortrijk. Die proeftuinen mochten naar hartenlust experimenteren met dienstencheques in de kinderopvang. Op basis van die experimenten wil de overheid uitmaken welke nieuwe wetgeving nodig is.

Illegaal

De Vlaamse overheid waagde zich in de illegaliteit door het uitvoeringsbesluit op te heffen en proeftuinen op te richten. Ook de overheid moet de wetten naleven. Volgens het decreet uit 2004 moeten namelijk erkenningsvoorwaarden worden bepaald. Dat druist regelrecht in tegen de proeftuinen die ‘carte blanche’ krijgen. Er is geen wettelijk kader voor de proeftuinen. Het ontbreekt er aan kwaliteitscriteria voor de kinderopvang. En er is ook geen zekerheid over de loon- en arbeidsvoorwaarden van mensen die in de proeftuinen zullen werken.

Voor de LBC-NVK zat er maar één ding op, actie ondernemen. De vakbond stelde de Vlaamse overheid en de proeftuin in Tienen in gebreke. De overheid zette de experimenten met de proeftuinen gewoon voort. Daarom spande de LBC-NVK een procedure in kort geding aan. Op donderdag 3 september wordt de zaak gepleit in Leuven. Op de trappen van het gerechtsgebouw organiseren wij een strijkatelier/babysit om duidelijk te maken dat kinderopvang niet gelijk is aan een strijkmand.

Afspraak: 3 september om 8u30 Gerechtsgebouw leuven (Smoldersplein 5)

Met de kinderen en het personeel in de kinderopvang mag niet geëxperimenteerd worden. De LBC-NVK vindt dat de kwaliteit in de kinderopvang altijd op de eerste plaats moet komen. En dat moet ook blijken uit de rechtsregels.

Fatiha Dahmani, sectorverantwoordelijke kinderopvang LBC-NVK