Krijgen we een nieuwe uitbraak, niet van corona, maar van mentale uitputting?

We zijn in postcorona. Gedurende 3 maanden hebben de ziekenhuismedewerkers op hun adrenaline geleefd. We hebben allemaal het beste van onszelf gegeven. Een dikke proficiat voor iedereen!
We hebben veel geleerd, dat wel. Dat solidariteitsgevoel. De teams die zichzelf overstegen hebben en sterker zijn geworden. De appreciatie van buiten uit. En zal men ons blijven appreciëren of wordt het vlug terug het nieuwe normaal?

Er werden teams gemaakt van psychologen voor emotionele opvang van personeel maar ook voor patiënten en familie. Een lach en een traan. Het hoorde er allemaal bij. Gelukkig maar.
Afdelingen werden geherorganiseerd. Zelfs de kuisploegen en logistieke hulpen werden ’s nachts ingeschakeld. Een mooi gebaar.
We hebben gewerkt zonder en nadien met beschermingsmateriaal. Heel chaotisch. Het veranderde heel de tijd. Niet makkelijk. We werden ingeschakeld op andere afdelingen. Niets was nog zeker. En we hadden angst om besmet te worden.

Ineens stonden er koelcellen voor de overledenen op de binnenplaats waar we elke dag passeren aan de prikklok. In normale tijden sterven er ook patiënten maar dit was opeens oorlogsgebied.
Men heeft ons ook gemeden uit schrik voor besmetting. Ook door onze partners. Soms geen kus meer en geen knuffel. Er zijn personeelsleden die door hun partner verplicht werden op de zolder of in een poolhouse te wonen en te slapen. We voelden ons eenzaam. Onze kinderen werden gemeden door hun vriendjes want als kind van iemand die in de zorgsector werkt is die misschien ook besmet.
Combinatie werk en gezin. Werken tijdens coronatijd is veel vermoeiender. Thuis moet je er ook zijn voor de partner, huishoudelijke taken, kinderen. Voor de kinderen moest je leerkracht zijn. Sommigen moesten ook nog voor hun ouders zorgen: naar de winkel gaan, zorgen dat ze nog sociaal contact hebben.

Hoe voelen we ons nu na 3 maanden corona-crisis? Opgelucht maar we zijn op. Het was heel moeilijk. Angst en onzekerheid blijven doorwegen. En wil ik deze job nog verder doen? Velen hebben schuldgevoelens omdat ze hun patiënten niet goed hebben kunnen verzorgen.

We willen nu tot rust komen. Ieder op z’n eigen manier. Maar de kliniek begint terug volop te draaien. De vakantie staat voor de deur en sommigen hebben vele overuren. Alweer onzekerheid of we verlof kunnen nemen of er extra jobstudenten zullen aangeworven worden. Het stopt niet. Moeten we op de toppen van de tenen blijven lopen? Het is nu tijd om aan onszelf te denken. Dat is een recht. Dat is de logica zelve. Zo niet krijgen we een uitbraak, neen niet van corona, maar van mentale uitputting. Een serieuze mentale weerslag zal nog volgen zeggen de specialisten. Coaching van personeel en teams is nu meer dan ooit noodzakelijk om onze positieve en negatieve ervaringen te verwerken.

In heel wat ziekenhuizen hebben ook de directies en middenkaders veel steun gegeven aan het personeel. Er waren dagelijkse newsflashes. Nieuwsbrieven met welzijnstips. Aanbod van psychologen. Hulp bij corona-positieven om zich in te schrijven bij het fonds voor beroepsziekten. Objectieve hulp en transparante informatie. Dit moet blijven. Onduidelijke communicatie en paniekzaaierij, dikwijls vanuit de media, zijn hieraan tegengesteld.

Maar in een redelijk aantal ziekenhuizen was het beleid niet OK. Ook dat moet gezegd worden. We voelden daar de empathie niet. In het beste geval waren de COVID-afdelingen de helden maar was er spijtig genoeg geen steun voor ondersteunende diensten of paramedisch personeel. Waarom was er geen uniform beleid voor alle beroepsgroepen zonder onderscheid?

De adrenaline valt misschien weg. Maar het personeel wil blijvend gewaardeerd worden. We willen niet terug naar het nieuwe normaal. De solidariteit moet blijven. De appreciatie en waardering moeten blijven.
In een ruimer geheel wil ACV Puls dat er een nieuw non-profit pact met de regering en de werkgevers komt. We hebben toch recht op stabiele uurroosters en 3 weken betaald verlof. Evenals we toch recht hebben op meer personeel en een volledige financiële implementatie van de IFIC-lonen. En een volledige 13de maand.