Raad van Raad van State moet oordelen over proeftuinen dienstencheques kinderopvang

LEUVEN - Gisteren heeft de rechter in het kortgeding dat de LBC-NVK aanspande tegen de Vlaamse Gemeenschap en de stad Tienen een procedure argument aangehaald om de zaak af te wijzen. In Tienen experimenteert de Vlaamse Gemeenschap in een zogenaamde proeftuin met dienstencheques in de kinderopvang.

De LBC-NVK vindt dat illegaal experimenteren niet kan. Dienstencheques halen de kwaliteit van de kinderopvang onderuit en ondergraven de loon- en arbeidsvoorwaarden van de werknemers uit de sector. Bovendien zijn de proeftuinen illegaal omdat ze in strijd zijn met de eigen wetgeving van de Vlaamse Overheid zelf. Niemand staat volgens ons boven de wet, ook - en vooral ook- de overheid niet!

Over deze grond van de zaak heeft de rechter zich dus niet uitgesproken. De rechter oordeelde dat de LBC-NVK als feitelijke vereniging geen rechtspersoonlijkheid heeft ten aanzien van dit geding. Daardoor zou de LBC-NVK zich als betrokken partij slechts in een aantal strikte gevallen voor het gerecht mogen aanbieden. Een loutere "procedure-uitspraak" dus.

Voor een uitspraak ten gronde heeft de LBC-NVK tegelijkertijd met het kortgeding ook een verzoek tot annulatie van de proeftuinen met dienstencheques in de kinderopvang ingediend bij de Raad van State. Het debat zal daar ten gronde moeten gevoerd worden. De LBC-NVK zal de illegaliteit in dit dossier van de Vlaamse regering aan de kaak blijven stellen en alles in het werk stellen om het foute geëxperimenteer te stoppen. Zeker met kinderen en kwaliteitsvolle zorg valt er niet te experimenteren!

Wordt vervolgd...

Fatiha Dahmani, sectorverantwoordelijke LBC-NVK